Bijna alle heremietkreeften zijn vleeseters, maar ze eten ook aas, planten en kunnen zelfs van plankton leven.

Om dit te kunnen doen hebben ze zowel een soort zeef waarmee plankton gevangen kan worden als een slijmnet waarmee diertjes gevangen kunnen worden. Daarnaast beschikken ze over een soort mondborstels om dieren uit het zand te kunnen halen. Ze zijn dus van nogal wat markten thuis. En natuurlijk hebben ze hun scharen om eten te pakken.

Om zijn gevoelige achterlijf te beschermen maakt de heremietkreeft gebruik van oude slakkenhuisjes, deze hijst hij zelf op zijn achterlijf. Wanneer de kreeft uit het huisje is gegroeid wisselt hij zijn huisje met een andere heremietkreeft.

Als een heremietkreeft een nieuwe grote schelp vindt, vormt zich soms een rij van andere heremietkreeften. Ze zijn vooral geïnteresseerd in de woning die vrijkomt. De grootste kreeft in de rij gaat in de nieuwe, lege schelp, de tweede grootste kreeft kruipt dan snel in de schelp die daardoor weer vrijkomt enzovoorts.

Alle heremietkreeften beginnen hun leven in de oceaan. Bijna alle soorten blijven ook onderwater wonen. Net zoals de rode heremietkreeft hiernaast.

Landhermietkreeften leven (zoals de naam het al zegt) bij het strand. Sommigen gaan zelfs kilometers het land in. Maar ze moet allemaal terug naar zee om zich voort te kunnen planten.

Spookkrabben kunnen een grommend geluid maken. Kleine tandjes in hun maag schrapen dan langs elkaar. Daardoor klinkt een grommend geluid. Daarmee kan hij andere dieren wegjagen.